UK schrapt huisjesmelker-makelaar met heel wat op zijn kerfstok

Waardigheid is een concept breder dan beroepsactiviteiten

De Uitvoerende Kamer (UK) van het BIV heeft onlangs een vastgoedmakelaar geschrapt die een hele waslijst aan misdrijven op zijn kerfstok heeft. Het gerecht bracht ons recent op de hoogte van de veroordeling van de betreffende persoon voor langdurige huisjesmelkerij.

De makelaar maakte zich dus schuldig aan huisjesmelkerij, maar voerde ter verdediging aan dat dit losstaat van zijn hoedanigheid van vastgoedmakelaar. De UK verzette zich expliciet tegen deze redenering en stelde dat “aangeklaagde geen enkel besef heeft van het begrip “waardige beroepsuitoefening”, of er toch geen enkele rekening wil mee houden.” De UK wil er aan herinneren dat tuchtrechtbanken zich ook over de zogenaamde “paraprofessionele handelingen” buigen. Vastgoedmakelaars kunnen met andere woorden tuchtrechtelijk vervolgd worden voor privégedragingen.

Er zijn drie soorten tuchtrechtelijke “tekortkomingen”:

• schending van een deontologische bepaling (Plichtenleer)
• schending van een andere rechtsregel, als beroepsfout (buiten de Plichtenleer)
• gedrag dat de eer en waardigheid van het beroep schendt, zonder dat dit een beroepsfout is (buiten de Plichtenleer)

Conclusie: als vastgoedmakelaars dienen we dus de waardigheid die gepaard gaat met het beroep hoog in het vaandel te dragen, ook wanneer het gaat om gedrag dat niet rechtstreeks met de uitoefening ervan te maken heeft.

In dit dossier hield de UK ook eerdere ernstige feiten en veroordelingen in het achterhoofd. In eerdere aanklachten vertoonde de makelaar volgens de Uitvoerende Kamer immers al een “onscrupuleus streven naar maximaal winstbejag met onwettelijke middelen”, een “quasi-ziekelijk zoeken naar snel geldgewin” en een “onrechtmatig geldbejag op de rug van argeloze derden”. Gezien de geschiedenis van de makelaar, gezien de meervoudige deontologische én correctionele overtredingen die hij beging, gezien de veelvuldige aanmaningen om tot inkeer te komen, gezien het feit dat de makelaar zijn straffen naast zich neer legde en alle mogelijke middelen inzette, inclusief aanslepende procedureslagen, om de verantwoordelijkheid in de verschillende veroordelingen alsnog te ontlopen, is de Kamer nu van oordeel dat een schrapping de “enig aangewezen sanctie” is.

Op die manier haalt het BIV als tuchtrechtelijk orgaan opnieuw een rotte appel uit de mand. “De schrapping van een makelaar als deze is positief voor elke goedbedoelende vastgoedmakelaar, voor de consument en dus voor de hele vastgoedsector”, stelt BIV-ondervoorzitter Luc Machon, die zich met de uitspraak tevreden toont.