Het vastgoedberoep professionaliseert verder en dat komt de consument ten goede.
Nadat het Beroepsinstituut van Vastgoedmakelaars (BIV) dit najaar 30 kaarsjes heeft uitgeblazen, keurde het federaal parlement donderdag het wetsontwerp tot wijziging van de Vastgoedmakelaarswet goed. Er zal onder andere strenger worden op toegezien dat wie een schorsing of schrapping opliep, het beroep niet meer uitoefent, ook niet als bediende.
Sanctie is sanctie
De aanpassingen aan de Vastgoedmakelaarswet die in de Kamer werd goedgekeurd, dragen onder andere bij tot de modernisering van de tuchtprocedure. Bovendien mag een geschrapt of geschorst vastgoedmakelaar het beroep ook niet meer als bediende uitoefenen zolang de sanctie van kracht is. “Op die manier wordt voorkomen dat wie geschrapt of geschorst is nog makelaarswerkzaamheden verricht onder toezicht van een zelfstandige die eigenlijk als stroman fungeert”, aldus Olivier Morobé, ondervoorzitter van het BIV. “Deze nieuwe bepaling is er gekomen om niet alleen de consument beter beschermen, ze moet ook oneerlijke concurrentie tegengaan.”
Uitbreiding van de toegang tot het beroep
Wie vastgoedmakelaar wil worden, moest tot nu toe minimaal over een bachelordiploma beschikken of een ondernemersopleiding tot vastgoedmakelaar gevolgd hebben. Voortaan kunnen ook andere personen als vastgoedmakelaar worden erkend. Olivier Morobé: “Voorwaarde is wel dat ze moeten kunnen aantonen dat ze een relevante, recente, voltijdse beroepservaring van 6 jaar hebben als bediende in een vastgoedkantoor, of dat ze een ander intellectueel dienstverlenend beroep uitoefenen. Ze hoeven geen stage te lopen en kunnen, zodra ze de bekwaamheidsproef met succes hebben afgelegd, toegang krijgen tot het beroep. Voor wie relevante beroepservaring kan voorleggen, valt ook de diplomavereiste weg. Het is de Uitvoerende Kamer van het BIV die geval per geval zal beoordelen.”
Belangrijke garanties voor de consument
Het koninklijk besluit dat de beroepstitel van vastgoedmakelaar en de uitoefening van het beroep in ons land beschermt, werd 30 jaar geleden ondertekend. Deze tekst bepaalde tevens de contouren van het BIV. Sindsdien heeft het BIV zijn schouders gezet onder een aantal fundamentele verwezenlijkingen in de vastgoedsector.
Een van die verwezenlijkingen is de permanente vormingsplicht. Deze waarborgt de kwaliteit van de dienstverlening. De wetgeving wijzigt immers snel. Daarom moet elke vastgoedmakelaar jaarlijks minimum 10 uur vorming volgen. Wie zowel bemiddeling als beheer doet, moet minimum 20 uur vorming per kalenderjaar volgen.
Daarnaast werd in 2018 ook de verplichte derdenrekening voor bemiddelaars en rentmeesters wettelijk verankerd. Olivier Morobé: “Hierdoor blijft het eigen vermogen van de vastgoedmakelaar gescheiden van de voorschotten en waarborgen die door de kopers en huurders worden betaald. Bij een faillissement kunnen de gelden op de derdenrekening niet gebruikt worden om bevoorrechte schuldeisers te betalen. Deze komen toe aan de rechthebbende.”
Een andere belangrijke mijlpaal die ten goede komt aan de consument, is de invoering van de verplichte aansprakelijkheidsverzekering en financiële borgstelling. Hoewel de vastgoedmakelaar al sinds 1999 verzekerd moet zijn voor zijn activiteiten, zitten zijn aansprakelijksheidsverzekering en borgstelling sinds 2016 automatisch vervat in de BIV-ledenbijdrage. De consument kan er dus van op aan dat zijn vastgoedmakelaar sowieso verzekerd is.