Wijzigingen Brusselse Huisvestingscode gaan in op 1 november
woensdag 30 oktober 2024
Zoals aangekondigd in een eerdere BIV-Mail, wijzigt de ordonnantie van 4 april 2024 de Brusselse Huisvestingscode met het oog op de verwezenlijking van het recht op huisvesting, en treedt deze overmorgen, op 1 november in werking. Het doel is om het recht op huisvesting van kwetsbare personen te versterken door middel van drie essentiële onderdelen: bewoonbaarheid, wettelijke huurzekerheid en betaalbaarheid.
Hierna volgen de voornaamste wijzigingen aan de Brusselse Huisvestingscode:
Wijziging van de artikels 248 en 249 betreffende de huurwaarborg: deze laatste wordt beperkt tot 2 maanden huur in alle gevallen (en niet langer 3 maanden huur in bepaalde gevallen) en kan ingevolge de wensen van de huurder deze vormen aannemen: een geïndividualiseerde rekening op naam van de huurder, een bankwaarborg die het de huurder mogelijk maakt de waarborg progressief samen te stellen, een zakelijke zekerheidsstelling of een persoonlijke borg.
De betaling van de huurwaarborg mag niet handmatig gebeuren. Als de huurder de huurwaarborg desondanks toch cash betaalt, is de verhuurder verplicht deze op een geïndividualiseerde rekening te storten. Aan het einde van het huurcontract moet de huurwaarborg binnen de 2 maanden aan de huurder worden terugbetaald. De sanctie voor de niet-naleving bestaat uit een betaling door de verhuurder aan de huurder van 10% van de genoemde waarborg, te vermenigvuldigen met het aantal maanden vertraging.
Toevoeging van artikels 225/1 en 225/2 aangaande de betaling van de huur en de kosten: de betaling mag niet cash gebeuren maar uitsluitend via overschrijving of storting op een bankrekening. Het bankrekeningnummer dient vermeld te worden in het huurcontract en in elke ingebrekestelling. Onverminderd de toepassing van de wettelijke rente, is elk schadebeding betreffende een vertraging in de betaling van de huur verboden. De verdeelsleutel voor de lasten wordt opgenomen in de huurovereenkomst en kan enkel worden gewijzigd met toestemming van de partijen.
De uittredende plaatsbeschrijving moet worden opgesteld binnen een maand nadat de huurder het pand heeft verlaten (art. 220, §3). Voorheen voorzag de Huisvestingscode geen termijn om deze op te stellen.
Toevoeging van artikel 220/1 aangaande een brand- en waterschadeverzekering: de huurder is verplicht om deze verzekering af te sluiten voordat hij de woning betrekt (tenzij anders overeengekomen met de verhuurder). De huurder is aansprakelijk voor brand- en waterschade, tenzij hij kan bewijzen dat deze buiten zijn schuld is ontstaan.
Toevoeging van artikel 218/1 betreffende gezelschapsdieren.