Terug naar het overzicht

Ordonnantie tot wijziging van de Brusselse Huisvestingscode met het oog op de verwezenlijking van het recht op huisvesting

woensdag 10 april 2024

logo

Vrijdag 29 maart 2024 werd het ontwerp van ordonnantie dat de Brusselse Huisvestingscode (woninghuurrecht) wijzigt met het oog op de verwezenlijking van het recht op huisvesting goedgekeurd in het Brussels Parlement. Het doel is om het recht op huisvesting van kwetsbare personen te versterken door middel van drie essentiële onderdelen: bewoonbaarheid, wettelijke huurzekerheid en betaalbaarheid. De ordonnantie zal 6 maanden na publicatie in het Belgisch Staatsblad in werking treden.

Hierna sommen we de voornaamste wijzigingen op:

 

  • De huurwaarborg wordt beperkt tot 2 maanden huur (en niet langer tot 3). Aan het einde   van het huurcontract moet de huurwaarborg binnen de 2 maanden aan de huurder worden terugbetaald. De sanctie voor de niet-naleving bestaat uit een betaling door de verhuurder aan de huurder van 10% van de genoemde waarborg, te vermenigvuldigen met het aantal maanden vertraging. Er moet worden opgemerkt dat de huurwaarborg moet worden betaald op de vier manieren die in de wet zijn vastgelegd, wat een handmatige betaling uitsluit. Als de huurder de huurwaarborg desondanks toch cash betaalt, is de verhuurder verplicht deze op een geïndividualiseerde rekening te storten.

 

  • De betaling van de huurprijs zal niet meer contant kunnen gebeuren maar louter via overschrijving of storting op een bankrekening. Het rekeningnummer moet in het contract worden vermeld;

 

  • De uitgaande plaatsbeschrijving moet worden opgesteld binnen een maand nadat de huurder het pand heeft verlaten;

 

  • De verdeelsleutel voor de kosten moet worden vermeld in het huurcontract en latere wijzigingen kunnen alleen worden doorgevoerd met instemming van alle partijen;

 

  • De huurder is verplicht een brand- en waterschadeverzekering af te sluiten;

 

  • Het is voorzien om elke clausule die het loutere bezit van een huisdier zou verbieden als ongeschreven te beschouwen;

 

  • Kortlopende huurovereenkomsten mogen slechts eenmaal worden verlengd. Bovendien kan de huurder, als de verhuurder een opzegtermijn van 3 maanden in acht neemt, voortaan een tegenopzeg van een maand in acht nemen (zonder in dit geval aanspraak te kunnen maken op een schadevergoeding). Deze maatregel is voordelig voor zowel de huurder (die geen dubbele huur hoeft te betalen) als de verhuurder (die zijn woning sneller kan vrijmaken);

 

  • Om het principe van afvlakking van de huurprijs voor kortlopende huurovereenkomsten effectief te maken, zal de verhuurder verplicht zijn om in de precontractuele informatie het volgende te vermelden: "het type huurovereenkomst, het bedrag en de datum van betaling van de laatste huur die op de vorige huurder van toepassing was (...)". Een verhuurder die een kortlopend huurcontract voortijdig of aan het einde van de looptijd beëindigt, kan de aanvangshuurprijs (exclusief indexering) van het eerste contract niet verhogen voor alle volgende kortlopende contracten gedurende een periode van 9 jaar.