Ordonnantie moet buitensporige Brusselse huurprijzen bestrijden

In Brussel keurde het parlement afgelopen vrijdag een ordonnantie goed dat buitensporige huurprijzen moet voorkomen. De ordonnantie doet dat door de zogenaamde paritaire huurcommissie de volle bevoegdheid te geven die voorzien was in de ordonnantie over de omkadering van de huurprijzen uit oktober 2021 (zie ook BIV-Mail 405). Tot deze huurcommissie, die samengesteld is uit vertegenwoordigers van huurders en verhuurders, kunnen huurders zich wenden om advies te verkrijgen over de ‘buitensporige’ huurprijzen. Wanneer een huurprijs wordt aangevochten zal de commissie zich hierover buigen en de huurprijzen geval per geval beoordelen. De commissie kan eveneens bemiddelen tussen huurders en verhuurders. Een 'prijzenrooster' van referentiehuurprijzen per buurt moet hiervoor als objectieve basis dienen. Er bestaat een weerlegbaar vermoeden dat een huurprijs ‘buitensporig’ is wanneer deze 20 % hoger ligt dan de referentiehuurprijs uit het prijzenrooster.

De paritaire huurcommissie was reeds actief, maar heeft in de praktijk geen macht omdat de regering-Vervoort wegens interne onenigheid naliet uitvoeringsbesluiten op te maken die enkele artikelen uit de ordonnantie van 2021 activeren. Onder initiatief van de PS werd deze regeling nu dus via het parlement doorgedrukt.  

Critici stellen dat de huurprijsbeperking zal leiden tot minder investeringen waardoor er minder huuraanbod komt in het Brussels Gewest. Ook zijn de referentiehuurprijzen sinds 2021 niet meer geactualiseerd.

Het is nu wachten op de publicatie van de ordonnantie in het Staatsblad. Voorzien is dat ze reeds op 1 mei 2025 in werking treedt.