Dit nieuws is 6 jaar oud en is mogelijk niet meer actueel. Consulteer het nieuwsoverzicht voor up-to-date nieuws.

Terug naar het overzicht

Naamlening: denk twee keer na

woensdag 14 februari 2018

Naamlening: denk twee keer na
©Shutterstock

Langs deze weg herinneren we eraan dat “naamlening” - waarbij een vastgoedmakelaar zijn BIV-nummer ‘uitleent’, vaak in ruil voor een fikse vergoeding, aan een persoon die het beroep op illegale wijze uitoefent - strafbaar is op diverse terreinen. Of deze naamlening zich op actieve of op passieve wijze voordoet, verandert daarbij niets aan de zaak. Deze gevaarlijke praktijk kan voor beide betrokken partijen één of meerdere zware sancties inhouden:

1. Burgerrechtelijk: alle door zijn tussenkomst gesloten overeenkomsten kunnen door nietigheid getroffen worden;

2. Handelsrechtelijk: elke belanghebbende kan de stopzetting van de activiteiten laten bevelen door de voorzitter van de rechtbank van koophandel. In geval de BIV-erkende de illegaliteit mogelijk maakte kan de stakingsvordering ook op hem of zijn vennootschap rusten

3. Strafrechtelijk: overeenkomstig art. 22 van de wet van 11 februari 2013 kan ondermeer een persoon die – zonder daartoe gerechtigd te zijn – de gereglementeerde activiteit ontwikkelt gestraft worden met een gevangenisstraf van 8 dagen tot 3 maanden en/of met een geldboete van 500 tot 5000 euro (te vermeerderen met de gerechtelijke opdeciemen, met andere woorden: x8);

4. Tuchtrechtelijk: ingevolge artikel 22 van de deontologie kunnen makelaars die samenwerken met niet-erkende derden voor het stellen van vastgoedmakelaarsactiviteiten disciplinair gesanctioneerd worden (gaande van een waarschuwing tot schrapping). 

In een recent tuchtdossier rond naamlening werd een schorsing van 8 maand opgelegd, waarvan 4 maanden met uitstel gedurende 3 jaren, met daarbovenop een bijkomende sanctie tot het volgen van 35 uren bijkomende permanente vorming binnen het jaar. De beklaagde had een samenwerkingsverband georganiseerd voor de uitoefening van gereglementeerde activiteiten van vastgoedmakelaar met derden (kandidaat-stagiairs), die nog geen toelating hadden om dergelijke activiteiten uit te oefenen. De beklaagde wist kennelijk niet dat de ene stagiair nog geen BIV-erkenning had aangevraagd. Hij dacht tevens dat het louter aanvragen van een erkenning volstond.  Uiteraard moet elke aanvraag ook worden toegestaan. In het tweede geval ging het om een maandenlange samenwerking met een weggelaten stagiair.

De UK oordeelde dat de vastgoedmakelaar erg lichtgelovig was om zomaar aan te nemen dat de aanvragen werden gedaan, zonder zelf na te gaan of ze gegrond werden verklaard. Bovendien werd de beklaagde door de BIV-diensten aangeschreven over de situatie. Volgens de UK had een vastgoedmakelaar die zijn beroepsreglementering ernstig nam de derden formeel moeten verbieden om nog verdere activiteiten te stellen, tot de situatie was geregulariseerd. De feiten werden, gezien hogervermelde straf, dan ook als zeer ernstig beoordeeld. Bekijk de beslissing hier. Voor meer geanonimiseerde tuchtrechtspraak kan je op onze site terecht.

Nieuwstags