Dit nieuws is 9 jaar oud en is mogelijk niet meer actueel. Consulteer het nieuwsoverzicht voor up-to-date nieuws.
Vastgoedmakelaars staan open voor het onlangs gelanceerde voorstel omtrent kortere handelshuurovereenkomsten voor beginnende ondernemers, maar nog niet alle vragen zijn beantwoord. Dat is de analyse na het doornemen van de reacties die we ontvingen op het artikel daarover in BIV-Mail 106. Het voorstel roept wel nog vragen op, zo blijkt. Logisch ook, gezien de tekst waarover we berichtten nog niet in een definitieve plooi ligt. Een greep uit de meningen.
Veruit de meeste reacties zijn positief. Yvo Wuytens van Immo Wuytens noemt het “een goed voorstel”. Anderen spreken over “een mooi voorbeeld om tot een win-win-situatie te komen” of vonden het “hoog tijd!”. Zoals gezegd, stellen we ons kennelijk wel nog vragen bij het voorstel. Geert Vens van ERA Voltimmo bijvoorbeeld vraagt zich af of een huurder kan terugvallen op de 9-jaarsregeling als de activiteiten beter zouden meevallen dan verwacht en de huurder langer wil blijven. Paul Vandermeersch van Vastgoed Vandermeersch vraagt om, in dat geval, na te denken over een voorrang voor de tijdelijke huurder om een klassieke huurovereenkomst af te sluiten voor hetzelfde pand. Daarbij zou de huurder de garantie moeten krijgen dat het huurgeld niet onbeperkt verhoogd kan worden door de verhuurder, zodra de zaken in het pand goed gaan. Voorts pleit hij ervoor om de grens van de soepelere periode van “minder dan 1 jaar” te verhogen naar “maximum 3 jaar”. Eenzelfde reactie horen we van Nicole Saintpo van Century21 Agence Saintpo. Zij vindt de versoepeling van handelshuur een goede zaak, maar volgens haar is een maximale duur van één jaar wat weinig voor pop-up huurders om een goed oordeel te kunnen vellen. Bijkomend pleit zij voor nog meer versoepeling in de handelshuurwet in het algemeen, ook voor niet-starters dus. “Een huurder die al 27 jaar huurt en er misschien nog een jaartje of twee, drie wil bij doen alvorens met zijn zaak te stoppen, moet dat ook kunnen.”
Er blijft dus nog voldoende stof voor discussie. We blijven de ontwikkelingen dan ook verder opvolgen, opdat deze waardevolle input niet in dovemansoren klinkt.