Vastgoedmakelaars dienen al sinds de deontologie uit 1999 verplicht een derdenrekening te gebruiken. De derdenrekening is een specifieke, wettelijk beschermde, bankrekening die gebruikt wordt voor betalingen van en aan derden, denk bv. aan een voorschot in het kader van een verkooptransactie.
Het zijn enkel bemiddelaars en rentmeesters die verplicht over een derdenrekening moeten beschikken, ook in geval voorschotten rechtstreeks naar de notaris worden overgemaakt. Syndici zijn niet onderworpen aan deze verplichting. De gelden van de VME staan immers op een afzonderlijke werk- en reserverekening van de VME.
Eigen aan een derdenrekening is dat ze voor een strikte scheiding zorgt tussen het eigen vermogen en het beroepsvermogen van de vastgoedmakelaar. Derdengelden behoren de vastgoedmakelaar niet toe en mogen dus nooit gebruikt worden om privé-aankopen of gelijk welke andere kosten mee te betalen. Ook niet indien het om kleine bedragen zou gaan die nadien worden teruggestort.
De gelden op de derdenrekening zijn wettelijk beschermd waardoor ze buiten de boedel van de vastgoedmakelaar vallen en bij een mogelijk faillissement niet kunnen worden gebruikt om bevoorrechte schuldeisers mee te betalen. De derdengelden zijn gewaarborgd door de financiële borgstelling, die deel uitmaakt van de collectieve verzekeringspolis.