
Een centraal element in de definitie van discriminatie is dat er sprake moet zijn van een nadelige behandeling van personen met een ‘beschermd’ kenmerk. Het Gelijkekansendecreet, waarin een deel van de antidiscriminatiewetgeving zijn oorsprong heeft, vermeldt naast onder andere geloof, nationaliteit of handicap ook het kenmerk ‘vermogen’.
Terwijl handicap of de zogenaamd ‘raciale’ kenmerken over het algemeen goed gekend zijn, is het kenmerk vermogen niet altijd even duidelijk. Vandaar onze focus in dit artikel.
Met ‘vermogen’ bedoelen de verschillende wetgevers het feit dat een persoon financiële draagkracht heeft, en dus met andere woorden solvabel is, ongeacht de oorsprong van de financiële middelen. Dit criterium beïnvloedt dus zowel het inkomensniveau als de aard of de bron van dat inkomen.
In de praktijk komt dit vermogenskenmerk aan bod wanneer dus de solvabiliteit van de huurder wordt onderzocht, waarbij bv. wordt nagegaan of zijn of haar inkomen voldoende is om aan de maandelijkse huur te kunnen voldoen. Dit onderzoek, dat uiteraard legitiem is, stelt de verhuurder in staat om de verhuur van een woning aan een persoon te aanvaarden of te weigeren omdat het inkomen objectief gezien toereikend is of te laag is in verhouding tot de gevraagde huur. Weigeren op grond van een te laag inkomen tot verhouding van de huursom is geen discriminatie.
Anderzijds is het de vastgoedmakelaar - en uiteraard ook een private verhuurder - verboden om enkel rekening te houden met de bron van het inkomen. Ze mogen een kandidaat-huurder niet uitsluiten enkel en alleen omdat hij of zij inkomsten ontvangt uit bv. een werkloosheidsuitkering of een invaliditeitsuitkering. Men neemt daarbij zowel de grootte van het inkomen in overweging als elke andere garantie die door de kandidaat-huurder aangedragen wordt (borgstelling, bewijs van betaling van huurgelden in het verleden, …). Elk dossier moet geval per geval en in zijn geheel worden geanalyseerd en kan zich niet beperken tot een onderzoek van loonfiches alleen.
In het Vlaams huurdecreet is louter opgenomen dat je aan een kandidaat-huurder alleen de documenten mag opvragen die noodzakelijk zijn om na te gaan of hij aan zijn huurdersverplichtingen zal kunnen voldoen. In de toelichting wordt verduidelijkt dat het dan bv. kan gaan over documenten die de identiteit, de woonplaats en het inkomen van de kandidaat-huurder aantonen. In het Brussels en Waals Gewest werd wel gedetailleerd bepaald welke informatie je in welke fase van het huurproces mag opvragen. Meer info vind je op onze website.