Terug naar het overzicht

25/08 O De patrimoniumtaks - één jaar later: wat u zeker moet weten

Betalend
Webinar on demand

Beschrijving


De patrimoniumtaks, die oorspronkelijk in 1921 werd ingevoerd om de techniek van de "dode hand" te vermijden, is een belasting die vzw’s, private stichtingen en internationale vzw’s jaarlijks moeten betalen. Deze belasting is bedoeld om ervoor te zorgen dat non-profitorganisaties niet onterecht voordelen behalen uit belastingontwijking door eigendommen vast te houden zonder belastingheffing.Met ingang van 1 januari 2024 brengt een herziening van de patrimoniumtaks enkele belangrijke veranderingen met zich mee. Zo werd de taks omgevormd naar een progressieve belasting met tarieven van 0,15% tot maximum 0,45% (voorheen een vast tarief van 0,17%), werden er nieuwe regels geïntroduceerd waardoor belastingplichtigen die actief zijn in bepaalde sectoren, kunnen genieten van een reductie op de belastbare grondslag tot beloop van 62,3%,en werd het kwijtingstelsel verfijnd voor entiteiten met een beperkt bedrag aan bezittingen (< 50.000 EUR). Deze aanpassingen waren bedoeld om de taks te actualiseren, de hervorming van de taks belastingneutraal te laten verlopen voor bepaalde belastingplichtigen, maar ook om de administratieve druk voor kleinere structuren aanzienlijk te verlichten. De hervorming van de patrimoniumtaks deed heel wat controverse ontstaan en noopte een aantal belastingplichtigen om naar het Grondwettelijk Hof te stappen om een vernietigingsberoep in te dienen. Jaarlijks moet de aangifte voor de patrimoniumtaks ingediend worden vóór 31 maart. De meeste belastingplichtigen ontvangen hiervoor een uitnodiging van de FOD Financiën. Het is echter belangrijk om te weten dat niet van rechtswege vrijstelling wordt verleend als er geen uitnodiging is ontvangen. Dit betekent dat belastingplichtigen verplicht blijven om de aangifte in te dienen, zelfs als ze geen communicatie van de fiscus hebben ontvangen.De grondslag van de patrimoniumtaks is het totaal van de bezittingen die een belastingplichtige in eigendom heeft op 1 januari van het betrokken jaar. Dit omvat zowel lichamelijke goederen zoals gebouwen, als onlichamelijke goederen zoals auteursrechten of andere immateriële activa.Er bestaan echter afwijkingen op de regels. Zo rijst de vraag of belastingplichtigen schulden of lasten kunnen aftrekken van hun belastbare bezittingen. In principe is dit niet toegestaan, maar er zijn enkele uitzonderingen die in de praktijk voor verwarring zorgen. Ook wordt er bekeken of het niet opportuun is om de bezittingen van een (i)vzw of private stichting op te splitsen over verschillende entiteiten, in plaats van alles te groeperen in één entiteit? Of is het beter om een (i)vzw of private stichting om te vormen tot een stichting van openbaar nut? Omdat er in de praktijk moeilijkheden bestaan rondom de toepassing van de patrimoniumtaks, vindt de Fiscale Hogeschool het opportuun om hierop in te gaan tijdens dit seminarie. We bespreken de praktische implicaties van de taks, de (recentste) wijzigingen en de mogelijke problemen die (i)vzw’s of private stichtingen kunnen tegenkomen bij het indienen van de aangifte. 

Doorlooptijd 210 minuten
Erkende uren 3
Lesgever(s) Hendrik Putman, Nele Steurbaut, Herman De Cnijf (moderator)
Interessant voor Bemiddelaar & Syndicus

Voorwaarden


  • Deze vorming maakt geen onderdeel van het gratis aanbod van de BIV. De BIV-voorwaarden voor gratis vorming zijn niet van toepassing. Informeer bij de vormingsverstrekker of u in aanmerking komt voor hun gratis vorming.
FHS-Seminaries

Georganiseerd door
FHS-Seminaries

Inschrijven