Het BIV beveelt vastgoedmakelaars géén tarieven aan, legt vastgoedmakelaars geen tarieven op en dwingt geen tarieven af.
Het opleggen van tarieven is immers strijdig met het mededingingsrecht omdat het de vrije markteconomie zou fnuiken. Elke vastgoedmakelaar is dus vrij om zijn of haar commissie te bepalen, ongeacht de specifieke beroepsactiviteit (bemiddeling, syndicschap of rentmeesterschap).
Eind juni 2016 bevestigde de Belgische Mededingingsautoriteit (BMA) na een grootschalig onderzoek dat vastgoedmakelaars volledig vrij zijn in het bepalen van erelonen. We reageerden toen in een persbericht tevreden op deze vaststelling. Uit het onderzoek kwamen meerdere vaak gebruikte tariefmodellen naar voren.
De deontologie van de vastgoedmakelaar bevat enkele verplichtingen met betrekking tot het ereloon van de vastgoedmakelaar.
Voorafgaand aan de aanvaarding van elke opdracht, moet de vastgoedmakelaar aan zijn potentiële opdrachtgever een schriftelijk voorstel van overeenkomst voorleggen, dat aangepast is aan de uitoefening van zijn opdracht zoals die hem kan worden toevertrouwd door de potentiële opdrachtgever. Dit voorstel moet conform zijn met de toepasselijke normen en op een duidelijke en ondubbelzinnige wijze de verplichtingen van de partijen vastleggen, in het bijzonder met betrekking tot de berekenings- en betalingswijze van het ereloon (art.8)
Het ereloon moet de rentabiliteit, de waardigheid en de onafhankelijke uitoefening van het beroep verzekeren (art. 26)
Uitgezonderd bijzondere overeenkomsten tussen alle betrokken partijen, mag de vastgoedmakelaar enkel van zijn opdrachtgever of, in voorkomend geval, van een collega waarmee hij een samenwerkingsakkoord heeft, honoraria, voordelen of beloningen ontvangen (art. 27)
De vastgoedmakelaar mag geen honoraria, terugbetalingen of vergoedingen vorderen die niet wettelijk of bij overeenkomst toegestaan zijn (art.28).
De vastgoedmakelaar-bemiddelaar en de vastgoedmakelaar-rentmeester, die in uitvoering van zijn vastgoedactiviteit gelden en waarden ontvangt waarvan hij niet de overeengekomen uiteindelijke ontvanger is, is indien dit door de betrokken partij of partijen of een gerechtelijke beslissing van hem wordt geëist verplicht deze, na afrekening, onverwijld af te geven of over te schrijven aan de rechthebbenden of de door deze laatsten aangewezen personen. Het is de vastgoedmakelaar toegelaten om met de rechthebbenden een vergoeding overeen te komen voor zijn eigen kosten van overschrijving of inning. De vastgoedmakelaar zal in voorkomend geval de gegevens van de te crediteren personen of rekeningen vragen (art.30).
Het ereloon van de vastgoedmakelaar kan, met het akkoord van zijn opdrachtgever, afgenomen worden van de definitief verworven gelden en waarden van deze laatste zoals bedoeld in artikel 30, tenzij de vastgoedmakelaar zich ervan bewust is frauduleus inbreuk te plegen op de rechten van derden (art.31).
De vastgoedmakelaar-bemiddelaar mag geen wijze tot vastlegging van zijn erelonen bedingen, dat een belangenconflict creëert tussen zijn belangen en deze van zijn opdrachtgever, onder meer door te stellen dat de erelonen overeenstemmen met het surplus tussen het initieel met de opdrachtgever overeengekomen bedrag en het uiteindelijk bekomen bedrag bij de transactie dewelke het voorwerp uitmaakt van zijn opdracht (art.65).